Methodiek Autisme Spectrum Stoornis (ASS)

Als begeleider van cliënten met een verstandelijke beperking en een stoornis in het autistisch spectrum (ASS) is het belangrijk om over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken. Dit geeft de begeleider inzicht in de hulpvraag achter het gedrag en de mogelijkheid om de begeleiding hierop aan te passen.

In de begeleiding van cliënten met ASS is het van belang altijd rekening te houden met een drievoudige koers; namelijk de verstandelijke beperking van de cliënt, het autistische denken en het autistisch waarnemen (prikkelverwerking). Door goed aan te sluiten bij het ontwikkelingsniveau van de cliënt en gebruik te maken van de ASS-bril, leert de begeleiding op een andere manier kijken naar gedrag van de cliënt en welke hulpvraag daaraan ten grondslag ligt. Met behulp van deze andere manier van kijken, kan de begeleiding beter worden afgestemd op de cliënt.

Tijdens het leertraject komen de volgende onderwerpen aan bod; hersenwerking, cognitieve theorieën, prikkelverwerking, begeleidingsadviezen, communicatie en visualisatie, dagprogramma’s en het aanleren van nieuwe activiteiten.

Bedoeling (of waarom?)

Met deze methodiek kun je cliënten met een verstandelijke beperking en ASS vanuit de drievoudige koers begeleiden. De drievoudige koers ondersteunt jou om de hulpvraag van de cliënt te achterhalen en hierbij de begeleiding aan te laten sluiten.  

Verbinding

De methodiek ASS past voor alle doelgroepen. Deze methodiek biedt de basiskennis aan. Na het volgen van de basis zijn follow-up bijeenkomsten mogelijk. Het ABCircuit is een los te volgen ervarings-leeractiviteit..  

Beginsituatie

Dit leertraject is geschikt voor alle begeleiders van wonen en dagbesteding van Zuidwester. Dit leertraject is het beste met het gehele team te volgen.  

Leerdoelen (of resultaat)

Aan het einde van dit leertraject heb je het volgende geleerd:

Kennis:  

• Je weet wat de kenmerken van ASS zijn. 
• Je weet wat de diagnose ASS betekent in relatie tot een verstandelijke beperking.  
• Je weet hoe de werking van de hersenen bij iemand met ASS eruit ziet.  
• Je weet hoe de vertraagde werking van de hersenen bij iemand met ASS en VB eruit ziet. 
• Je weet wat de drie cognitieve theorieën; CC/EF/TOM zijn. 
• Je weet hoe ASS werkt bij de verschillende levensfase van de cliënt met ASS en VB. 

Inzicht:  

Je herkent de kenmerken van ASS.  

• Je begrijpt wat de diagnose ASS betekent in relatie tot een verstandelijke beperking.  
• Je begrijpt welke invloed de werking van de hersenen bij iemand met ASS heeft.  
• Je begrijpt welke invloed de vertraagde werking van de hersenen bij iemand met ASS en VB heeft.  
• Je begrijpt het belang van de cognitieve theorieën; CC/EF/TOM. 
• Je herkent de uiting van ASS op de verschillende levensfase van de cliënt. 

 Toepassing:  

• Je observeert de gedragingen van de cliënt en herkent de kenmerken van ASS. 
• Je past zijn begeleidingswijze aan op de (vertraagde) werking van de hersenen van een cliënt met ASS en VB. 
• Je handelt vanuit de kennis en verklaart het gedrag van de cliënt op basis van de cognitieve theorieën; CC/EF/TOM. 
• Je begeleidt de cliënt volgens de methodiek ASS.  
• Je past zijn begeleidingswijze aan op de levensfase van de cliënt met ASS en VB.   

Praktisch