De tranen springen een paar keer in Hans’ ogen als hij praat over zijn vrijwilligerswerk bij Zuidwester. Omdat het mooi is wat je met de cliënten kunt bereiken, maar ook door dat andere heftige besef: “In 2001 raakte ik in coma door een zwaar motorongeluk. Ik had hier zelf ook kunnen zitten.”

Hoe vaak hij vrijwilligerswerk doet bij Zuidwester op Hernesseroord in Middelharnis? “Heel consequent”, zegt Hans van der Linde met de voor hem kenmerkende ondeugende glimlach: “Ik kom consequent als er iets leuks te doen is. Een bingo, disco, bezoekje aan een toneelvereniging, dan krijg ik een mailtje van de vrijwilligerscoördinator.”

Een tijdje terug nog, toen er een boottocht was op ’t Haringvliet. “Vraag Hans maar mee, zeiden de begeleiders, dan is Dick rustiger. Ik heb een bijzondere klik met Dick. Een jongen in een rolstoel, die me bij het groeten standaard tegen zijn kwijlshirt aan drukt. In het begin had ik er moeite mee. Ik had nekspieren als kabels van die keren dat ik probeerde niet tegen zijn shirt aan te komen. Nu vind ik het best. Het is zijn manier om zijn liefde te laten zien. Een heel mooi gebaar dus.”

Uit je dak
De begeleiders kregen gelijk tijdens die ene boottocht. Het bleef rustig. “Aan boord zag ik, wat ze noemen, veranderend gedrag bij Dick. Ik wist dat hij op het punt stond uit z’n stekker te gaan, dus ben ik naar hem toe gelopen en vertelde ik hem in duidelijke taal dat hij het moest laten om uit z’n dak te gaan, anders zou ik hem met rolstoel en al in het water gooien. Om eraan toe te voegen dat het dan echt nog een heel eind zou zijn om weer in Middelharnis te komen. Dick keek me aan, we schoten allebei in de lach en hij was weer de oude.”

Alles op gevoel
Hoe wist Hans dat zijn aanpak zou helpen? “Ik doe alles op gevoel. En misschien helpt het ook dat ik weet hoe het is om in een rolstoel te zitten en jezelf niet duidelijk te kunnen uiten.” Zeventien jaar geleden is het inmiddels dat het Hans overkwam. Hij had de motorsport weer opgepakt en reed een race op het circuit in Zandvoort. Dat ging goed. Na twee races reed hij de finalerace met een goed uitgangspunt voor een podiumplaats, maar die zou hij niet halen. “Ik ging met 190 kilometer per uur onderuit tegen de vangrail”, vertelt Hans.

Ik snap de frustratie
Hij zou drie weken in coma liggen, in elf maanden tijd in drie ziekenhuizen worden behandeld en in een revalidatiecentrum terecht komen. Lopen kon hij niet meer, zijn spraak was weg en zijn lichaam moest compleet opnieuw in elkaar worden gezet.
“Ik weet nog dat ik op straat samen met mijn vriendin een bekende tegenkwam. Die vrouw begon tegen mijn vriendin over mij te praten. Dat vond ik zo erg. Hallo, ik ben hier, wilde ik roepen. Daarom snap ik de frustratie van die gasten hier. En voor hetzelfde geld was het met mij anders afgelopen en had ik hier ook gezeten.”

Hans Anders
‘Hans Anders’ noemt hij zichzelf nu. “Mijn stem klinkt anders. Ik beweeg anders. Mijn lichaam is opnieuw in elkaar gezet. Ik ben net een mecanodoos”, vat Hans de worsteling van de afgelopen jaren samen met typische Hans-humor. Na zijn revalidatie kon Hans weer aan de slag bij zijn oude werkgever, maar toen dat bedrijf ophield te bestaan, hield het werken op. “Niemand heeft werk voor een herintreder met een vlekje.” Dat wilde niet zeggen dat hij niets kon doen. Dus klonk het heel aantrekkelijk toen een kennis hem wees op vrijwilligerswerk bij Zuidwester. “Mijn zus werkt hier, daardoor kwam ik hier als puber regelmatig in contact met cliënten. Ik heb vroeger ook een carrière in de zorg overwogen, maar dat werd uiteindelijk de chemische branche. Nu kan ik dus alsnog in de zorg aan de slag.”

Iets van mijn moeder
De vroegere ervaring met het werk van zijn zus, helpt hem nu bij zijn vrijwilligerswerk. “En ik denk dat ik ook iets van mijn moeder heb overgenomen. Een vreselijk sociale vrouw die precies wist hoe je mensen moest bespelen.” Hoe hij het doet, doet hij het, maar Hans maakte zich in ieder geval populair bij de bewoners van Haringvliet 5 op Hernesseroord. “In het begin ben je wat statisch. Je weet niet precies hoe je met die jongens moet omgaan. Eén van de jongens, ik noem hem The Iceman, staat altijd stijf stil in de woonkamer als ik binnenkom, zonder uitdrukking op zijn gezicht. Ik ben maar gewoon begonnen met hem iedere keer heel uitbundig begroeten. Steeds maar herhalen. Na een jaar hief hij zijn hand op als teken van begroeting. Dat was al mooi. Later sleurde ik hem tijdens een disco de dansvloer op. Ik hief mijn arm weer op, hij deed hetzelfde. Ik tilde mijn been op, hij deed het na. Zo’n moment, dat is zo mooi. Ik smolt.”

Jezelf durven zijn
Het contact met de cliënten geeft Hans energie. Is dit vrijwilligerswerk voor iedereen weggelegd? “Je moet geen schaamte hebben. Jezelf durven zijn en vooral niet vies zijn van de ander, want die dikke knuffel met wat kwijl, die hoort er helemaal bij.”

Ook vrijwilliger worden?
Lijkt het je leuk om ook als vrijwilliger bij Zuidwester aan de slag te gaan? Met een klein beetje van jouw tijd kun je al zoveel voor onze cliënten betekenen. Aanmelden als vrijwilliger. 

ErvaringsverhalenBekijk alle verhalen