Fietsen, de avondvierdaagse lopen of een voelkleed maken. Vrijwilligers Roos en Carel werden de afgelopen drie jaar steeds actiever voor de cliënten en bewoners van het Marrewijkpad in Spijkenisse. Het geheim? Begeleider Shirley: “Vrijwilligers kunnen zoveel voor je betekenen. Als je daar  aandacht aan geeft, krijg je er heel veel voor terug.”

Het is zaterdagmiddag, zo’n zeldzame warme zomerdag die je in Nederland weinig meemaakt. Terwijl half Nederland naar het strand is vertrokken voor verkoeling, staat vrijwilliger Rosalina - “Iedereen kent me als Roos, dus noem me maar zo.” - met een naaisetje in de tuin van het Marrewijkpad in Spijkenisse. “De bewoners hebben net een nieuwe schommelbank gekregen, maar het kussen is te groot. Dat is toch niet handig?”, zegt ze. Het is typisch Roos. Ziet ze een klusje? Dan pakt ze het op. Ondertussen komt haar man Carel met de duofiets voorrijden. Klaar voor zijn wekelijkse rondje met bewoner Allan. Hij kan niet praten, maar zijn gedrag zegt genoeg. Eerder nog liet hij met een luide, licht verveelde kreet weten niet zo’n zin te hebben om op de foto te gaan. Nu komt hij tevreden aanlopen en neemt plaats naast Carel, klaar om weg te fietsen.

Gigantische steun
Het is een gemiddelde zaterdag voor Roos en Carel. Drie jaar geleden stapte Roos voor het eerst de woonkamer van de woongroep aan het Marrewijkpad binnen als vrijwilliger. Sindsdien is ze ‘een gigantische steun’, zo omschrijft medewerker Shirley het. Het compliment komt vanuit haar tenen.  Echt. Roos en Carel zijn er zowel voor de cliënten als voor ons. We hebben momenten gehad dat we met minimale bezetting op een groep stonden. Dan kun je alleen het hoogst noodzakelijke doen. Een cliënt die heel erg van fietsen houdt, zit dan maar een beetje thuis te zitten, omdat hij niet alleen op pad kan.” Bewoner Gerrie schuift even aan aan de eettafel. “Ik ga de avondvierdaagse lopen”, meldt hij. “Tien kilometer.” Nog zo’n activiteit die zonder vrijwilligers niet mogelijk is. “Vier avonden iemand vrij maken is niet te doen, maar je wilt de jongens ook niet teleurstellen”, zegt Shirley. Dus deed ze een belrondje en wandelen Roos en Carel volgende week met de mannen mee die de avondvierdaagse willen lopen.
Snoezelhoek
“Ik had al langer in mijn hoofd dat ik iets als dit wilde doen”, zegt Roos als het gesprek komt op de reden waarom ze zich heeft aangemeld als vrijwilliger. “Achter de geraniums zitten is ook zo wat als je kinderen het huis uit zijn. Toen zag ik de oproep voor een vrijwilliger die om de veertien dagen  met een cliënt wilde zwemmen. Dat paste wel bij me. Waarom? Ik heb zelf vier kinderen grootgebracht, dan ben je wel wat gewend.”

Het zwemuitje is inmiddels gestopt, maar daar zijn genoeg andere activiteiten voor teruggekomen. Roos haalt haar oude zwemvriendin nog regelmatig op voor een shopmiddagje en aan het gesmoes tussen Shirley en Roos te zien op deze zaterdagmiddag, zijn er alweer nieuwe plannen. “Een snoezelhoek”, verklapt Roos. Eerder maakte ze al een voeldoek voor een bewoner. “Die dingen zijn normaal niet betaalbaar met onze budgetten”, zegt Shirley, “Maar als ik een voorbeeld laat zien aan Roos, maakt ze iets voor ons wat erop lijkt.”
Dat bedoelt ze met de eerdere opmerking dat Roos en Carel er zeker ook voor de medewerkers zijn. “Dit jaar wonnen we de tuinprijs van Zuidwester, mede doordat Roos en Carel een geweldige plantenbak maakten van oude autobanden. Wij hebben het idee, Roos en Carel zorgen voor de  uitvoering en dan maken ze er ook nog eens een sport van om het voor het laagste budget te doen.”

'Marrewijkpad-virus'
Ze is gewoon creatief, is de verklaring van Roos voor al het vrijwilligerswerk. “En hier kan ik mijn creativiteit kwijt.” Hetzelfde geldt voor Carel. Een jaar geleden raakte hij ook bevangen met iets dat misschien wel het Marrewijkpad-virus te noemen is. “Volgens mij begon het met een kastje dat bijna uit elkaar viel”, zegt Carel. Hij repareerde het kastje, heeft inmiddels een oude grasmaaier opgeknapt, waarmee hij de tuin van de bewoners onderhoudt, hing net nog een paar haakjes op voor het gereedschap in de schuur en fietst straks even een rondje met zijn vaste maatje. “Ze hadden me eigenlijk ook gevraagd als zwemvrijwilliger, maar dat is niks voor mij hoor.”

Maar hoe zit het met dat virus? Kan iedereen erdoor bevangen raken? Ofwel: kan iedereen zo’n trouwe vrijwilliger worden als Roos en Carel dat zijn? “Weet je wat het is?”, zegt Shirley. “Als medewerker moet je ook je tijd steken in je vrijwilligers. Je moet ze niet voor lief nemen. Vrijwilligers kunnen zoveel voor je betekenen. Als je daar aandacht aan geeft, krijg je er heel veel voor terug.” Roos kan het beamen. “Het is een wisselwerking. Als Carel en ik druk bezig zijn geweest in de tuin, zorgen de medewerkers weer dat we lekker bij de lunch kunnen aanschuiven. En weet je wat ook fijn is? Hoe langer je vrijwilliger bent, hoe meer feeling je krijgt met de bewoners. Dat maakt het contact alleen maar leuker.”

Ook vrijwilliger worden?
Lijkt het je leuk om ook als vrijwilliger bij Zuidwester aan de slag te gaan? Met een klein beetje van jouw tijd kun je al zoveel voor onze cliënten betekenen. Aanmelden als vrijwilliger.

ErvaringsverhalenBekijk alle verhalen